Interview Grada

Grada: “Aandacht voor de mensen zelf is het belangrijkst”

Al 45 jaar werkt Grada Winkelman in de zorg, waarvan zo’n 37 bij NIKO. Nog een paar maanden en ze gaat met pensioen. Ze maakte prachtige tijden mee, maar ook moeilijke. “Het blijft lastig om afscheid te nemen van mensen waar je intensief voor hebt gezorgd.”

Hoe is je carrière in de zorg eigenlijk begonnen?
‘In 1976 ben ik begonnen met de opleiding tot ziekenverzorgende, zoals dat toen heette. Nu heet mijn functie Eerst Verantwoordelijke Verzorgende (EVV’er). Ik heb toen een tijdje op verschillende plekken gewerkt: eerst in het Gemini ziekenhuis in Den Helder, toen een paar jaar op de afdeling neurologie, daarna ben ik kort naar Willibrord gegaan, in Heiloo en daarna naar verpleeghuis De Hout, wat nu Zorgcirkel is. Ik heb veel plekken gezien, maar dat is ook zo leuk aan jong zijn: er is zoveel te zien.’

Maar nu dus al 37 jaar bij NIKO…
‘Klopt! Eigenlijk werk ik hier al vanaf 1985, maar mijn contract is ingegaan in ’86, toen ben ik naar de toenmalige locatie Kooimeer gekomen. Ik heb prachtige tijden meegemaakt en natuurlijk ook mindere tijden; overal is wel wat. Het fijne vond ik dat ik heel veel cursussen aangeboden heb gekregen: palliatieve zorg, deskundigheidsbevordering: protocollen maken, collega’s aftoetsen. Al ruim vijftien jaar coördineer ik de ELV (Eerste Lijns Verblijf, dus de kortdurende opnames). En ik vind het altijd heel leuk om mensen mee te laten lopen. Mensen dingen leren doe ik met veel plezier.’

Wat vind je nog meer belangrijk in je werk?
‘Lekker op de werkvloer bezig kunnen zijn. De administratieve dingen trekken mij minder. Ik ben echt iemand voor aan het bed. En ik heb een heel fijn team nu, ik ga ze zeker missen. Het vaste team dat er is, is goed met elkaar; dingen zijn bespreekbaar. Dat ontstaat trouwens niet zomaar, daar moet je naartoe werken.’

Wat ga je niet missen aan de zorg?
‘De stress die er soms bij komt kijken. Ik ben ook wel een beetje een perfectionist, dat helpt niet. En het verdriet natuurlijk. Als mensen komen te overlijden moet ik weleens een traantje laten.’

Hoe ga je met die stress om?
‘Ik houd heel erg van lopen. Als het me hoog zit dan doe ik dat: wandelen in het bos of park, even alles op een rijtje zetten. Een uur lopen in mijn eentje. Met mijn zus wandel ik sowieso een keer in de week. En verder lekker alleen: vind ik heerlijk.’

Wat zeg je tegen jongeren die nu de zorg in willen?
‘Wees niet bang voor hard werken, sta open voor de dingen die je wil leren, niet moet leren. En blijf vragen! Plus: geef het op tijd aan als het niet gaat. Daar struikelen mensen vaak over. Zorgmensen gaan altijd maar door, verleggen de grens. Het zijn niet mensen die snel zullen zeggen: het is nu tijd voor mijzelf!’

Over tijd voor jezelf gesproken: jij gaat bijna met pensioen! Wat zijn je plannen?
‘Ik houd heel erg van sporten, daar voel ik me goed bij. Dus veel sporten en wandelen en oppassen op mijn kleinzoon van bijna zeven natuurlijk, die woont vlakbij.’

Zie je er ook tegenop?
‘Nee, ik ben totaal niet bang voor het zwarte gat waar je in kunt vallen. Ik kijk erg uit naar het wandelen en lezen. En twee jaar geleden ben ik verhuisd en er staan nog steeds dozen die uitgepakt moeten worden, dat kan ik nu mooi gaan doen!’